Inleiding
Wie kennis neemt van wat er in de Tweede Wereldoorlog (1939-1945) met de Joden – met Israël, Gods volk, onze oudste broeder – is gebeurd, kan alleen maar vervuld worden met ontzetting! En dat is gebeurd in Europa, het werelddeel dat eeuwenlang onder invloed van het christelijk geloof gestaan heeft, en in Duitsland, het land van de Kerkhervorming en het volk met een hoge beschaving waaraan Joden een grote bijdrage hebben geleverd! Het is gebeurd in zo’n korte tijd, zo plotseling , zo fel, zo systematisch! Wat de Joden, onze broeders, is aangedaan is onmenselijk, beestachtig, duivels! Er is nog een reden voor ontzetting! Het heeft lang geduurd voordat het besef van bloedschuld is doorgedrongen tot de Christelijke Gemeente in Duitsland, in Europa en in ons land! Gelukkig dringt dit besef langzamerhand tot ons door: onze minister-president en onze koning Willem-Alexander hebben erover gesproken en de leiding van de kerken bezinnen zich er momenteel op, maar hoe lang zal het nog duren voordat de christenen en de inwoners van ons land gaan beseffen dat er op Europa en op ons land een bloedschuld rust; een bloedschuld die vraagt om berouw, bekering, schuldbelijdenis, vergeving vragen aan God en aan het Joodse volk en vergeving ontvangen, tot herstel van Israël, van Christus’ Gemeente en van ons Nederlandse volk? Om tot Gods bestemming te komen, want Hij heeft een bestemming voor Israël, voor Christus’ Gemeente, voor ons Nederlandse volk, voor Nunspeet, voor u en voor mij. Het is belangrijk om die bestemming te ontdekken in de Bijbel, in het Woord van God, biddend om openbaring door de Heilige Geest!
Verootmoediging met Daniël
We willen ons vanavond verootmoedigen met de profeet Daniël. Zijn ouders hebben deze naam aan hun zoon gegeven, die betekent: ‘mijn rechter is God’. Wat een getuigenis! Niet de mensen, maar God is mijn rechter, de hoogste Rechter, de Rechter van hemel en aarde! Geholpen door de Heilige Geest heeft Daniël dit gebed gebeden en onder Zijn leiding heeft het een plaats gekregen in de Bijbel: in Daniël 9. We willen vanavond luisteren naar wat de Heilige Geest door dit gebed tot ons te zeggen heeft en het met Daniël meebidden; meebidden met en in ons hart.
Daniël bidt op een bepaald moment
Lezen Dan.9:1,2: Daniël geeft nauwkeurig aan wanneer hij dit gebed heeft gebeden: in het eerste jaar van Darius, dezelfde koning als die van de leeuwenkuil (Dan.6), in 539-538 v. Chr. In dat laatste jaar 538 heeft koning Kores een bevelschrift uitgevaardigd dat de Joden naar Jeruzalem mogen terugkeren om de tempel te herbouwen. In dat jaar leest Daniël in de profetieën van Jeremia dat er ná de verwoesting van Jeruzalem zeventig jaar voorbij moeten gaan vóór er terugkeer en herstel zullen plaatsvinden (Jer.25:8-14; 29:10)..
Vraag: Brengt het nieuws over Israël, Gods volk, ons ook tot Bijbellezen en Bijbelonderzoek? Lezen we de Bijbel met het oog op de komst van Gods Koninkrijk op aarde voor Israël en de volken?
Gebed: Heilige en liefdevolle Vader, vergeef ons dat we Uw Woord vaak niet zo gelezen hebben. Geef dat ons Bijbellezen veranderen mag. Dat wij eerst Uw Koninkrijk voor Israël en de volken, voor Christus’ Gemeente en voor ons zelf zullen zoeken. Amen.
Daniël prijst God
Lezen Dan.9:3,4: Daniël beseft dat er verootmoediging nodig is voor het herstel van stad en tempel in Jeruzalem. Dat is de Bijbelse weg (Lev.26:40-42; Deut.30:1-10). Daniël gaat die weg namens zijn volk. Hij is één in de nood en één in de schuld. In hem licht het beeld van Jezus op: de grote Plaatsbekleder en Voorbidder! Daniël beseft Gods grootheid en prijst Zijn trouw aan Zijn verbond ten aanzien van allen die Hem liefhebben en Zijn geboden gehoorzamen.
Vraag: Beseffen wij ook de noodzaak van verootmoediging als weg naar het herstel van Israël, van Christus’ Gemeente en van hemel en aarde? Gaan we die weg? Zijn we één in de nood en één in de schuld? Lijken we op Jezus? Beseffen we Gods grootheid en prijzen we Zijn trouw?
Gebed: HEERE, vergeef ons onze onwetendheid en onze onbereidwilligheid ten aanzien van de weg van verootmoediging, onze individualistische instelling, ons gebrek aan besef van Uw grootheid en van Uw trouw. Bekeer ons en vernieuw ons. Amen.
Daniël belijdt de zonden van zijn volk
Lezen Dan.9:5-11a: Daniël belijdt de zonden van het hele volk; de zonden van het overtreden van Gods geboden, het niet luisteren naar Gods profeten en van trouwbreuk, zelfs in de ballingschap. De HEERE is rechtvaardig en barmhartig, een God van vergeving, maar bij Israël staat de schaamte op het gezicht. Ze moeten zich weg schamen voor de HEERE. Heel Israël is afgeweken door Gods wet te overtreden en door niet te luisteren naar Zijn stem; de stem van de profeten.
Vraag: Beseffen wij onze persoonlijke en gemeenschappelijke zonden van het overtreden van Gods liefdesgeboden en van het niet luisteren naar profetische stemmen, die ook in Nederland geklonken hebben en klinken? Beseffen we het grote gemis aan de gave van de profetie en de bediening van profeet/profetes in Christus’ Gemeente? ‘Als er geen visioen/profetie is, raakt een volk losgeslagen’ (Spreuk.29:18)!
Gebed: God van Israël, vergeef ons onze persoonlijke en gemeenschappelijke overtredingen van Uw geboden, ons niet luisteren naar profetische stemmen die geklonken hebben en klinken, onze trouwbreuk, kerkelijk – door de eenheid van Christus’ Gemeente te verbreken – én nationaal – Willen van Oranje, de vader van ons vaderland, sloot een verbond met U – en ook wij moeten ons weg schamen voor U. Bekeer ons en vernieuw ons! Geef de gave van de profetie en de bediening van profeet/profetes terug aan Uw Gemeente! Amen.
Daniël erkent Gods rechtvaardige straf van zijn volk
Lezen Dan.9: 11b -14: Daniël belijdt dat God de vervloekingen, die Hij vooraf aan Zijn volk heeft laten horen om het te waarschuwen, heeft vervuld en Zijn oordelen, door Zijn profeten aangekondigd, heeft bevestigd. Maar Gods strafgerichten hebben het volk niet tot inkeer gebracht. De HEERE is rechtvaardig in al Zijn werken, ook in Zijn oordelen.
Vraag: Hebben wij besef van Gods strafgerichten, die over Europa en ons land gekomen zijn en komen vanwege de bloedschuld die op ons rust: het strafgericht van de secularisatie – het loslaten van God en Zijn Woord op grote schaal – de geestelijke onvruchtbaarheid onder de prediking, de vele onverhoorde gebeden voor zieken, de leegloop van de kerken, de afbraak van kerken, kerkgebouwen die moskeeën worden enz.? Heeft de HEERE, de God van Israël, niet een twist, een rechtsgeding, met ons?
Gebed: Heilige en rechtvaardige God, open onze ogen en harten voor Uw strafgerichten over ons, niet alleen voor de materiële in deze coronatijd, maar vooral ook voor de geestelijke oordelen, die al zo lang over ons zijn en die we zo weinig zien en beseffen. Wees ons genadig! Amen.
Daniël smeekt om ontferming en ontvangt onmiddellijk verhoring
Lezen Dan.9: 15-23: Daniël herinnert de HEERE aan Zijn bevrijding van Israël uit Egypte en zegt dat de HEERE zich ‘heden ten dage’ een Naam gemaakt heeft door het bevelschrift van Kores om naar Jeruzalem terug te keren voor de herbouw van stad en tempel én door de ontdekking dat de ballingschap van zeventig jaar ten einde loopt. Hij bidt om afwending van Gods toorn en pleit op grond van al Gods gerechtigheden (meervoud!): de trouw aan Zijn verbond en beloften, die Hij beloofd heeft te vervullen. Hij smeekt om verhoring, omwille van hemzelf als Gods dienaar, maar nog meer omwille van de HEERE zelf en Zijn tempel die verwoest is. Laat de HEERE Zijn oren neigen en Zijn ogen openen voor de verwoestingen en voor de puinhopen van Jeruzalem; de stad waarover Zijn Naam is uitgeroepen. Daniël werpt Zijn smeekbeden neer op Gods grote barmhartigheid. Zijn gebeden worden al korter: Heere, luister, vergeef, sla er acht op, doe het, wacht niet langer, omwille van Uzelf, want over Uw stad en Uw volk is Uw Naam uitgeroepen. Daniël werpt stad en volk helemaal op de HEERE terug: Uw stad en Uw volk. Daniëls gebed wordt onderbroken door de komst van de engel Gabriël, die hem openbaring brengt over de toekomst van stad en volk. God antwoordt onmiddellijk op zijn bidden en vasten. Ze zijn niet tevergeefs, toen niet en vandaag niet! God doet recht aan hen die dag en nacht tot Hem roepen!
Vraag: Kennen wij dat worstelen aan de troon van Gods genade voor Israël, voor Europa, voor Nederland en voor Christus’ Gemeente in verband met de bloedschuld die op ons rust door de Shoa?
Gebed: HEERE, grote Ontfermer, we bidden U om Uw ontferming, om de afwending van Uw toorn, om verhoring van onze gebeden. We werpen Uw volk Israël, ons werelddeel Europa en ons land en volk, waar U zulke grote bemoeienissen mee hebt gehouden, Christus’ Gemeente: Uw volk – Vader, Uw lichaam – Heere Jezus, Uw tempel – Heilige Geest, en onszelf op U neer, op U alleen. Ontferm U over ons en wees ons genadig. Neem de bedekking van Israël weg en stort Uw Geest over Uw volk uit, zodat het Jezus als zijn Messias leert kennen. Maar neem ook de bedekking van Uw Gemeente weg en stort Uw Geest over haar uit, zodat zij Israël als Uw volk leert kennen en Uw plan met Uw volk én Uw volk jaloers maakt om zijn Messias te leren kennen. Heere, luister, vergeef, sla acht op ons en doe het, wacht niet langer, omwille van Uw grote Naam en van Uw werk in deze wereld: de komst van Uw Koninkrijk op aarde voor Israël en de volken, in Jezus’ Naam, door de kracht van de Heilige Geest, amen.
Nunspeet, 3 oktober 2020 M.D. Geuze
(Bijdrage aan de interkerkelijke Israëlavond van herdenken, verootmoediging en schuldbelijden in de Hervormde Dorpskerk)